logo

Zondag 31 maart 2019 om 15:30

Toegang € 15,00    inclusief consumptie

jongeren tot 18 jaar gratis

 

Consequens

 

 

consequens-20190331

 

 

 

Musikalische Exequien

 

 

UNSERE TRÜBSAL, DIE ZEITLICH UND LEICHT IST

Johann Ludwig Bach (1677-1731)

 

DIE SIEBEN WORTE JESU CHRISTI AM KREUZ (SWV 478)

Heinrich Schütz (1585-1672)

 

SELIG SIND DIE TOTEN (SWV 391)

Heinrich Schütz

 

KONZERT IN FORM EINER TEUTSCHEN BEGRÄBNIS MISSA (SWV 279)

KYRIE

Heinrich Schütz

 

ALSO HAT GOTT DIE WELT GELIEBT (SWV 380)

Heinrich Schütz

 

KONZERT IN FORM EINER TEUTSCHEN BEGRÄBNIS MISSA (SWV 279)

GLORIA

Heinrich Schütz

 

HERR, WENN ICH NUR DICH HABE (BuxWV 38)

Dietrich Buxtehude (1637-1707)

 

CANZONETTA IN G GROOT (BuxWV 171)

Dietrich Buxtehude

 

HERR, NUN LÄSSEST DU DEINEN DIENER (SWV 432)

Heinrich Schütz



Dit programma, vooruitwijzend naar de lijdenstijd, is opgebouwd rond twee toonaangevende werken van de Duitse grootmeester Heinrich Schütz, die een zeer groot deel van zijn lange leven werkzaam was als Kapellmeister aan het hof van de keurvorst van Saksen in Dresden. In de uit te voeren werken komt de veelzijdigheid van zijn oeuvre naar voren, in het bijzonder de volkomen natuurlijke wijze waarop hij tekst weet om te zetten in muziek. Door een sterke nadruk op het woordaccent, ‘bespeelt’ hij als het ware de ritmiek van de muziek.


Die sieben Worte Jesu Christi am Kreuz is een kort oratorium waarin de laatste woorden van Christus worden weergegeven op basis van hetgeen wordt beschreven in de evangeliën van Johannes (19 : 25-30), Marcus (15:34), Lucas (23 : 34, 39-43, 46) en Mattheüs (27:46). Net als in zijn Passionen wordt het verhaal verteld door een evangelist, die hier echter in verschillende gedaanten verschijnt, eerst als tenor maar later ook als sopraan en alt, en bovendien begeleid door continuo. De woorden van Christus krijgen extra nadruk door de toepassing van twee instrumentale tegenstemmen.

 

Vervolgens klinken delen uit zijn Musikalische Exequien, een uitvaartmis gecomponeerd voor Heinrich Posthumus Reuß (1572-1635), landsheer van Gera. Voor deze mis gebruikte Schütz bijbel- en liedteksten die door Reuß zelf waren uitgekozen en die hij in zijn grafkist liet graveren. De Exequien bestaan uit drie delen. Het eerste deel is een aaneenschakeling van de door Reuß aangereikte bijbel- en liedteksten, in een organische afwisseling van solo- en capellagedeelten. Dit deel heeft de vorm van een Lutherse mis, bestaande uit een Kyrie en een Gloria.

 

Het tweede gedeelte, een dubbelkorig motet op de tekst van Psalm 73 : 25-26, hebben we vervangen door een cantate voor sopraan en twee violen op diezelfde tekst. Wat begint als een vrij eenvoudige declamatie van de psalmtekst, ontwikkelt zich binnen de kortste keren tot een virtuoze wedijver (een ‘concerto’) tussen violen en zangstem. Om die strijd nog wat te verhevigen, hebben we de vocale solo verdeeld over drie zangstemmen.

 

In het eveneens dubbelkorige laatste deel van de Exequien combineert Schütz het aardse (het tijdelijke) met het hemelse (het eeuwige) door het ene koor de lofzang van Simeon te laten zingen, namelijk “Herr, nun lässest Du deinen Diener in Frieden fahren”, terwijl het andere koor vanuit de hoogte zingt: “Selig sind die Toten die in dem Herren sterben”. Omdat wij met 6 zangers niet de vocale menskracht hebben om gelijktijdig beide koren uit te voeren, hebben we het aardse en het hemelse maar gesplitst. Schütz componeerde op beide teksten ook afzonderlijk prachtige 6-stemmige motetten, die we hier als alternatief gebruiken.

 

De verbinding van het tijdelijke en het eeuwige hebben we, niettemin, gevonden in de tekst van 2 Corinthiërs 4, zoals verklankt door Johann Ludwig Bach, waarmee we het concert openen: “Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd. Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.”

UNSERE TRÜBSAL, DIE ZEITLICH UND LEICHT IST



Unsere Trübsal, die zeitlich und leicht ist, schaffet eine ewige und, über alle Maß, wichtige Herrlichkeit, die wir nicht sehen auf das Sichtbare, sondern auf das Unsichtbare.